Beperkingen aan regels in het huishoudelijk reglement van een parkvereniging
Op 14 januari 2025 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een principiële uitspraak gedaan over de reikwijdte van het huishoudelijk reglement binnen een parkvereniging. Het gaat hier dus om een ‘gewone (boek 2 BW)’ vereniging. Het hof oordeelde dat een vereniging geen vergaande regels mag stellen over het privégebruik van afzonderlijke appartementen of recreatiewoningen, tenzij die bevoegdheid expliciet is vastgelegd in de splitsingsakte of statuten. De uitspraak is van groot belang voor het parkmanagement en voor alle vakantieparken, recreatieparken, bungalowparken en bedrijventerreinen die het gedrag of gebruik van individuele eigenaars willen reguleren.
In dit artikel
In dit artikel bespreek ik wat een parkvereniging juridisch mag vastleggen in een huishoudelijk reglement, en wat de gevolgen zijn als dit te ver gaat. Klik op een onderwerp om direct naar het juiste onderdeel te gaan:
De casus
In deze zaak ging het om eigenaars van een chalet op een recreatiepark die het niet eens waren met de besluiten van de ledenvergadering. De besluiten gingen onder meer over nieuwe regels in het huishoudelijk reglement met betrekking tot het maximaal aantal huisdieren en personen per chalet, een stookverbod voor houtkachels en het blokkeren van de toegang van het park bij overtreding. De eigenaars in kwestie waren het daar niet mee eens en stelden dat de vereniging haar bevoegdheid te buiten ging. Hoewel de rechtbank in eerste instantie veel besluiten in stand had gelaten, oordeelde het hof dat alle besluiten nietig waren vanwege strijd met de statuten.
Het oordeel van het hof
Het hof maakt een duidelijk onderscheid tussen wat er geregeld mag worden in de statuten van de vereniging en wat in het huishoudelijk reglement. Volgens het hof mag een vereniging in een huishoudelijk reglement uitsluitend nadere regels stellen ter uitvoering van wat er al in de statuten is bepaald. Dat betekent dat het beperken van privégebruik of het opleggen van sancties in het huishoudelijk reglement een juridische basis moet hebben in de statuten.
In dit geval was in de statuten niets bepaald over het mogen opleggen van regels voor het maximaal aantal huisdieren of personen per chalet, een stookverbod voor houtkachels en het blokkeren van de toegang van het park bij overtreding. Daardoor ontbreekt de juridische grondslag om dergelijke beperkingen via het huishoudelijk reglement op te leggen. De besluiten van de ledenvergadering werden door het hof dan ook nietig verklaard.
Praktische gevolgen
De uitspraak is bijzonder relevant voor recreatieparken, vakantieparken, bungalowparken en bedrijventerreinen waar het gedrag van individuele eigenaars of huurders aanleiding geeft tot spanning of overlast. Veel parkverenigingen proberen dit op te vangen via het huishoudelijk reglement, maar deze uitspraak onderstreept dat zulke regels juridisch geen stand houden als daarvoor niet een expliciete basis in de statuten ligt.
Voor parkverenigingen betekent dit dat zij kritisch moeten kijken naar hun reglementen én de onderliggende juridische structuur. Willen zij daadwerkelijk kunnen handhaven, dan is het essentieel dat gebruiksbeperkingen, sancties en gedragsregels worden vastgelegd in de statuten, althans dat daar de basis wordt gelegd voor de regels in het huishoudelijk reglement.
Wat betekent dit voor de praktijk?
Bij het opstellen of herstructureren van de juridische parkmanagementstructuur, is het belangrijk om vanaf het begin na te denken over de juridische basis voor regels. Regels die betrekking hebben op het privégebruik van eigendom, zoals het aantal personen dat mag verblijven, het toelaten van huisdieren, het verbod op onderverhuur, of een stookverbod voor houtkachels, kunnen het beste in de statuten worden opgenomen. In elk geval moet de juridische basis in de statuten worden gelegd, zodat de parkvereniging op een later moment dergelijke regels in het huishoudelijk reglement kan opnemen en ook daadwerkelijk kan handhaven. Uiteraard is het ook altijd mogelijk om de statuten te wijzigen, maar voor een dergelijk besluit tot statutenwijziging is ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen nodig, tenzij de statuten anders bepalen.
Waarom kiezen voor Terra Advocatuur?
Bij Terra Advocatuur adviseer ik projectontwikkelaars, parkverenigingen, vastgoedeigenaars en notarissen over de juiste structuur en stel juridische documenten op of toets deze. Daarnaast sta ik vaak parkverenigingen en beheerstichtingen bij in conflicten met hun leden over uitleg en toepassing van de regels.